De gaande griffier Els Boers: Griffier zijn is een risicovol beroep |
17-08-2010 |
Wat is jouw achtergrond?
“Ik heb een politieke achtergrond. Ik ben raadslid en fractievoorzitter voor GroenLinks geweest in Ede. Daarnaast werkte ik op het partijbureau van GroenLinks en deed vooral de ondersteuning van raads- en Statenleden. Dat was rond 2000. Ik heb me toen ook beziggehouden met het dualisme dat in 2002 werd ingevoerd. In dat jaar ben ik gestopt met mijn politieke werk en heb ik een uitstapje gemaakt naar het bedrijfsleven. Ik werd adjunct-directeur van een adviesbureau in de afvalbranche. Later ging het wat slechter met het bedrijf. Van huis uit ben ik communicatieadviseur en in die tijd begonnen mensen aan mij te vragen hoe het nu zat met dat dualisme. Daarom heb ik het boekje ‘Het duale raadslid actief’ geschreven. Ik heb dat gedaan op grond van eigen ervaringen. Het boekje werd heel positief ontvangen en daardoor begonnen gemeenten mij uit te nodigen om te komen vertellen over het lokaal bestuur. Ik heb verschillende sessies gegeven, soms van een uur, soms een hele dag, over het functioneren van de raad en de rollen van de verschillende partijen.”
“Mensen vroegen toen of ik niet griffier wilde worden. Ik vond die sessies heel leuk om te doen en ben om me heen gaan kijken. Ik ben toen plaatsvervangend griffier geworden in Woerden. Later zag ik een vacature voor een griffier in Veenendaal. Ik woonde in Ede en besloot te reageren. Ik ben in Veenendaal een jaar griffier geweest. ”
Sindsdien werk je vooral als interim-griffier. Waarom is dat?
“Als interim ben je een buitenstaander die met een frisse blik naar zaken kijkt. Je kan kritiek wat makkelijker neerleggen, omdat ze weten dat je weer weggaat. Ik heb dat gedaan in Hattem en Zwartewaterland. In Hattem ben ik nu bijna klaar. Ik begeleid de nieuwe griffier nog en daarna zal er vast weer een nieuwe klus komen. Wat bij mij speelt als interim, is dat ik nadenk over de kwaliteit van het openbaar bestuur. Ik vind het niet interessant om alleen maar op de winkel te passen. In beide gevallen ben ik gevraagd om te kijken hoe het besluitvormingsproces beter kon. Ik heb een bepaalde visie op het lokaal bestuur en probeer die bij gemeenten uit te dragen.”
Wat is jouw visie op het lokale openbaar bestuur?
“Mijn visie is dat je als gemeente veel meer kan betekenen voor de gemeenteraad dan nu het geval is. Wat ik nog steeds zie, is dat veel partijen naar elkaar wijzen. De gemeente wijst naar Den Haag, de raad naar het college et cetera. Raadsleden zijn amateurs en dat moet ook zo blijven. Je moet ze faciliteren, met z’n allen. Dat is niet alleen de taak van de griffier. Er kan veel meer educatie komen vanuit de organisatie. Er zijn voorbeelden van gemeenten die externe bureaus inschakelen, maar als je het als gemeente zelf doet krijg je meer binding tussen de organisatie en raadsleden. Ik voel mij sterk verbonden met het lokaal bestuur en heb daarom ook het boek ‘Het raadslid natuurlijk actief’ geschreven en dit jaar is mijn vertaling van de Gemeentewet uitgekomen ‘De gemeentewet in eenvoudig Nederlands’. Ook heb ik de website ‘Krachtig lokaal bestuur’ opgezet dat bedoeld is als platform.”
Wat is de rol van de griffier in een krachtig lokaal bestuur?
“De griffier zorgt ervoor dat er een zodanige omgeving ontstaat dat de raad optimaal kan functioneren. Je faciliteert en ondersteunt de raad, maar bent niet verantwoordelijk voor het functioneren ervan. Het enige wat je kan doen, is raadsleden adviseren. Ik zie dat je als griffier vaak een afvalput bent. Je krijgt overal de schuld van en wordt overal verantwoordelijk voor gehouden. Een griffier moet nog wel eens strijd leveren voor zijn eigen positie. Daar gaat dan veel energie in zitten.”
Wat vind jijzelf interessant aan de functie?
“Het griffierschap is een heel leuke functie. Je mag je overal mee bemoeien. Het is een boeiende rol. Je moet wel stevig in je schoenen staan. Het gevaar is dat je je overal verantwoordelijk voor voelt.”
Je hebt ook meegewerkt aan een onderzoek van de VvG naar de positie van de griffier dat mede heeft geresulteerd in de handreiking ‘De (rechts)posiitie van de griffie(r) in het openbaar bestuur’. Wat waren jouw bevindingen?
“Je ziet dat er heel verschillend wordt omgegaan met de functie. In sommige gemeenten ben je een veredelde secretaresse. De omgeving neemt de griffier niet altijd serieus. Ook krijgt hij soms heel weinig uren. Je zou minimaal 24 uur moeten hebben. Je zit als griffier wel in de top van een organisatie. Die erkenning is er nog niet altijd.”
Hoe kijk je aan tegen de VvG?
“Ik heb samen met hen het onderzoeksrapport ‘De griffier een zorg voor de raad of de raad een zorg!’ gemaakt dat mede is verwerkt in de bovengenoemde handreiking. Dat was een goede samenwerking. Wat ik jammer vind, is dat interims geen lid kunnen zijn van de vereniging. Daarom kun je bepaalde bijeenkomsten niet bijwonen. Dat is jammer, want juist als interim kun je veel betekenen in discussies over het beroep. De vereniging kan overwegen om mensen die aantoonbaar ervaring hebben als interim toe te laten als lid.”
Laatst vernieuwd: 21-10-2020 om 10:00
Terug